Indiase samosa’s met groene erwten en aardappel

Bereidingswijze

Voor de vulling

Week de groene erwten volgens de verpakking. Dit kun je het beste ‘s nachts of een dag van tevoren doen. 

Was de aardappelblokjes en kook ze beetgaar in water met zout. Schep de aardappelblokjes uit de pan zodra ze beetgaar zijn en zet apart. Kook de gedroogde groene erwten in het water van de aardappelen. Giet af zodra ze gaar zijn en laat uitlekken.

Fruit de ui, gember en knoflook aan in wat knoflook-olijfolie. Voeg garam massala, kerriepoeder, komijn, kurkuma, Spaanse peper en korianderblaadjes toe. Voeg de groene erwten samen met de aardappelblokjes toe aan de bakpan. Proef en breng de vulling nog wat meer op smaak met mosterdzaad en chilipoeder.

Zet de deksel op de pan en laat het nog wat doorsudderen op matig vuur en prak het grof met een aardappelstamper. Zet het vuur uit en laat de vulling afkoelen.

Voor het deeg

Doe de bloem in een kom. Voeg de olijfolie toe en vervolgens beetje bij beetje het lauwe water tot het deeg plakkerig is. Kneed tot er een elastisch deeg is ontstaan en verdeel het deeg in ongeveer 6 ballen.

Bestuif je werkvlak met bloem, rol 1 bal uit tot een platte pannenkoek en snijd die doormidden. Zet een schaaltje met water klaar.

Schep ongeveer 2 theelepels van de vulling in het midden van één van de halve cirkels. Vouw een kant naar het midden, over de vulling heen. Vouw de andere kant in de tegengestelde richting, over de eerste kant heen, zodat je een kegelvorm krijgt.

Bevochtig de open rand met wat water (met je vingers) en druk hem dicht. Herhaal dit voor de 11 andere deeglappen.

Frituren

Doe olie in de pan en verhit de olie tot 180 graden. Doe de samosa’s in de hete olie en frituur ze aan beide zijden (ongeveer 2- 3 minuten per samosa). Laat ze uitlekken op keukenpapier en serveer warm.

Dit recept is tot stand gekomen door een samenwerking met Culy.nl.